van Ray Cooney
Regie : Bernard Boudry
Ja, Santé me ratje !
Volksvertegenwoordiger Michel Debuck (Erwin Ruyssen) wordt geacht aanwezig te zijn op een belangrijke nachtelijke zitting in het parlement. Eigenlijk heeft hij iets veel aangenamers in het vooruitzicht dan zo’n saaie marathonvergadering, namelijk een nachtje in het Albert Hotel in Brussel met Vicky Tropchaud (Gilla Boudry), de secretaresse van de oppositie. Vrouwelijk schoon, oesters en champagne vormen de ingrediënten voor een fantastische date. Alles wijst op een gezellig, romantisch nachtje tot er een lugubere ontdekking wordt gedaan. In de kamer vinden beiden een lijk, Colombo (Pedro Romero Fernandez) genaamd. Dit mag natuurlijk niet aan de buitenwereld bekend geraken. Michel’s secretaris Staf Derop (Wim Opsomer) wordt erbij gehaald om het een en het ander te regelen. Wanneer Claire Debuck (Evelyne Elslander), de vrouw van Michel, besluit om haar man eens op te zoeken en hem te verrassen, komt ze ongewild en ongevraagd in hetzelfde hotel terecht. Staf Derop die veel liever bij zijn hulpbehoevende moeder was gebleven, krijgt plots telefoon. Sabine van Huffelen (Emmelie Rosseeuw), de thuiszorg en verpleegster van “mammie”, is het beu om alles alleen te moeten doen, leugens en uitvluchten te moeten aanhoren en gaat naar Brussel om Staf aan de tand te voelen. De man van Vicky Tropchaud, Eddy de Vladder (Stefaan Boudry) komt op de proppen wanneer hij argwaan krijgt en vermoed dat zijn vrouw vreemd gaat. Hij gaat op zoek naar zijn geliefde. Aan de balie van het hotel botst hij op Mevrouw Chagrin (Anne-Marie Nachtergaele), de directrice van het Albert Hotel. Zij is er helemaal niet over te spreken, dat haar hotel als een “duivenkot” fungeert en neemt maatregelen. Als piccolo Gaston Derycke (Lieven Ryckbosch) en kamermeisje Sowee Kabonga (Ann Vandenbruwaene) gepast, ongepast en in ’t zwart de suite betreden, loop alles in het honderd. Michel en Staf komen terecht in een thriller van formaat.